Ok

By continuing your visit to this site, you accept the use of cookies. These ensure the smooth running of our services. Learn more.

10/04/2002

Murat Daoudov, ergens tussen Grozni en Laken

De Nekker - April 2002
Rik Fobelets - Brussel

 

 

In de voorbije maanden zag u op de televisie vaak de beelden van het stukgeschoten Kaboel. Een andere hoofdstad, Grozni, en niet eens zo ver  weg van Afghanistan is evenzeer vernield. Alleen zien we haast geen beelden van de hoofdstad van Tjetjenië in onze journaals. Sinds enkele jaren leeft echter in Laken Murat Daoudov, Tjetjeens politiek vluchteling en een heuse polyglot die naast vloeiend Nederlands en Tjetjeens, ook Russisch, Turks, Arabisch, Frans en Engels spreekt. 

 

De Nekker: Hoe belandt een Tjetjeen in Laken?
Murat Daoudov: Heel veel Tsjetjenen leven in de diaspora. In de 18e eeuw bezetten de Russische tsaren vele landen. Ook Tjetjenië viel ten prooi van hun honger naar meer land. Sindsdien werd onze cultuur en taal langzaam verdrukt door de heersers uit Rusland. Het trieste hoogtepunt was de Tweede Wereldoorlog toen Stalin in 1944 heel veel Tjetjenen deporteerde naar andere delen van de U.S.S.R. Heel wat Russen werden door hem gedwongen om naar ons land te verhuizen. Het meest ingrijpende was de beslissing om het Tjetjeens te bannen uit onze scholen. Ik studeerde daarom in het Russisch. Voor mijn hogere studies verliet ik Tjetjenië. Mijn disapora begon dan ook in 1993 toen ik in Instanboel journalistiek ging studeren aan  de plaatselijke universiteit. Sindsdien ben ik niet meer in mijn land geweest.

 

De Nekker: Waarom?
Murat Daoudov: Alles was redelijk rustig tot bij het uiteenvallen van de vroegere Sovjetunie. Heel wat voormalige republieken zagen de kans om  onafhankelijk te worden. Zo  ook Tjetjenië. Eindelijk na vele honderden jaren was de  onafhankelijkheid in zicht.  Maar zo zagen de Russen het niet.  Voor hen was Tjetjenië  een heuse kolonie die hen heel wat olie en gas opleverde met een plaatselijke bevolking die toch geen cultuur had. Zo ontstond het eerste conflict begin jaren  negentig. Eigenlijk was die oorlog een echte dekolonisatiestrijd. De Russen gingen heel brutaal te werk en vernielden heel wat steden en dorpen. Toch kreeg Tjetjenie  een vorm van autonomie tussen 1996  en 1999.  En dan is het tweede drama gebeurd. Omdat er geen rechtstaat meer was kregen zowel de maffia als extreem religieuze groepen steeds meer macht. De democratische krachten kwamen niet meer aan bod. Het land vergleed in corruptie en 1999 werden een aantal bomaanslagen in Moskou aan extremistische Tjetjenen toegeschreven.. De Russische president Putin greep dit aan om een  tweede oorlog te beginnen. Nog bloediger en met nog meer geweld. Grozni werd helemaal in puin geschoten. Maar de buitenwereld had er heel weinig aandacht voor.

 

De Nekker : En toen kwam 11 september 2001.
Murat Daoudov: Zeker, Rusland stelde haar strijd voor als onderdeel van de internationale campagne tegen het moslimextremisme. Hierdoor kan het de bezetting blijven legitimeren. Er is een zeer sterke aanwezigheid van extremisten in Tjetjenie.  Maar men mag nooit vergeten dat de oorsprong van de strijd  een nationalistische basis had om de eigen cultuur, taal en religie te laten overleven.  Spijtig genoeg hebben de fundamentalisten de  bovenhand gehaald omdat ze heel wat steun kregen uit andere landen

 

De Nekker: En nu ?
Murat Daoudov: Ik zie het somber in.  De buitenwereld is niet geïnteresseerd. De Russen bezetten Grozni als een  stad in oorlog en ik vrees dat mijn land, net als Afghanistan vergelden is in een duistere spiraal van geweld en extremisme. Teruggaan kan ik niet.  Er wonen nog familieleden in Grozni maar ik heb slechts onrechtstreeks met hen contact. Vele andere familieleden wonen elders in de wereld.

 

De Nekker: Maar hoe kwam je in België?
Murat Daoudov: In mijn studententijd was ik al politiek actief  in de strijd tegen de Russische bezetting. Ik moest echter Turkije verlaten om deze redenen. En kwam zo naar Belgie. Eerst werd ik  opgevangen in een Rode Kruiskamp in Yvoir. Daar kon ik Frans leren van Rwandese vluchtelingen. Nadat ik politiek asiel kreeg, kwam ik naar Brussel. Eerst Schaarbeek en daarna Laken. Hier heb ik Nederlands geleerd.

 

De Nekker: Niet evident voor een Tjetjeen.
Murat Daoudov: Toch wel, het spreken van de beide landstalen is de minimale vorm van respect die men kan opbrengen voor de gastvrijheid van beide gemeenschappen in België. Ook het contact dat nodig is om met de belgen samen te leven kan alleen maar via jullie talen.

 

De Nekker: Je bent ook maatschappelijk geëngageerd.
Murat D.: Heel jong had ik al interesse in het werken aan een  betere samenleving. De journalistiek én politiek leken mij ideale kanalen hiertoe. Ik  heb me na mijn aankomst heel wat ingezet voor het Comité Tjtejenie - Belgie. We kregen heel wat steun van vele Belgische parlementsleden. Maar langzaam aan heb ik vanwege het haast hopeloze van de strijd en ook uit angst voor mijn eigen veiligheid me steeds minder ingezet met de oorlog in mijn land..

 

De Nekker: Vandaar dat je nu interesse hebt voor het Belgische politieke leven?
MuratD. Ik ben lid geworden van de Raad voor Brusselse van Vreemde Origine. Het allereerste lid overigens uit een voormalige Sovjetrepubliek. In de Raad  zie je pas wel een mozaiek Brussel is. De meest uiteenlopende culturen tref hier aan.

 

De Nekker: Toch niet een  beetje angst dat de Raad vooral papieren werkt zal leveren.
Murat: Ja, wat ik vernam was dat het vroeger dit wel zo was. Maar de jonge Brusselse schepen De Lille wil aan de kar trekken om de Raad effectief te laten werken. Ik gun het hem wel.   

 

De Nekker. Je spreekt haast perfect Nederlands, je hebt een  job, je bent sociaal actief. Het voorbeeld van een goed geintegreerde politiek vluchteling.   
Murat: Inburgeren is zeer belangrijk. Dat kan enkel door het leren van de lokale talen en de lokale cultuur voor een deel op te nemen. Alleen vrees ik dat een verplichte inburgering, zeker bij politieke vluchtelingen, een beetje omgekeerd werkt. Zij  komen uit landen waar alles verplicht was. België is voor hen een land van vrijheid.  Dus een verplichting werkt voor hen eerder remmend. België zou er alles moeten aan moeten doen hen te sensibiliseren en te overtuigen vrijwillig de stap te zetten. Een belangrijk factor hierin zou het geven van  gemeentelijk stemrecht zijn. Bovendien is dit een echte
investering in al deze mensen.

 

De Nekker. Maar je kan toch op een  vrij eenvoudige wijze Belg worden. En dan  mag je aan alle verkiezingen deel nemen.
Murat D: Ik ben een beetje bang dat België met de soepele naturalisatiewetgeving haar nationaliteit te grabbel legt en het als een banaliteit weggeeft. Het aannemen van een  andere  nationaliteit is lang proces en kan niet verworden tot een eenvoudige administratieve procedure.

 

De Nekker: Hier hoor ik een politieker in wording spreken.
Murat D: Heel wat migranten en vluchtelingen zijn bereid om mee aan de kar te trekken. Ikzelf ook, omdat ik  zie dat er heel wat fout loopt in de buurt waar ik woon (nvdr nabij de Marie Christinastraat). Veiligheid en netheid zijn iets waar alle bewoners belang aan hechten. De democratische politieke partijen moeten begrijpen dat heel migranten met dezelfde vragen zitten. De traditionele partijen moeten begrijpen dat extremistische partijen enkel groot kunnen worden omdat men teveel zaken in een taboesfeer laat. Ik heb angst dat ook heel wat allochtonen ook voor extremistische partijen zullen stemmen als aan thema’s als veiligheid niet echt gewerkt wordt.

 

De Nekker. Murat, dan hebben mensen zoals jij een heel belangrijke taak om als tolk dit naar de Belgische politiek te vertalen.

 

Rik Fobelets  

http://nekkersdal.vgc.be/nekker.asp

13:10 Posted in Who's who? | Permalink | Comments (0)